Groeiremming bij lange meisjes (samenvatting)  

Evelyn Schaafsma; Leander Wemmenhove; Lolkje de Jong-van den Berg

Vanaf 1959 tot halverwege de jaren ’70, zijn in Australië lange meisjes met DES behandeld om hun groei te remmen. Een deel van deze vrouwen heeft, samen met vrouwen die behandeld zijn met ethinylestradiol voor dezelfde indicatie, een organisatie (Tall Girls Inc.) opgericht om het onderzoek naar de behandeling en haar effecten te bestuderen. Naar aanleiding van berichten uit Australië, besloot het DES Centrum om de Wetenschapswinkel voor Geneesmiddelen in te schakelen om erachter te komen of er in Nederland bij de behandeling van grote gestalte ook gebruik is gemaakt van diethylstilbestrol (DES).

Samenvatting van de resultaten en discussie

Methode

Terugkijkend bleek het tijdrovender dan verwacht om met betrokkenen in contact te komen. Vooral het opsporen van in het verleden behandelde vrouwen bleek een moeilijke aangelegenheid. Als we hier meer tijd voor uit hadden getrokken in het begin hadden we wellicht het perspectief van de meisjes van toen beter kunnen belichten. Ditzelfde geldt voor hun ouders/moeders.

Ook hadden we meer aandacht moeten besteden aan het Marfan-syndroom. Uit de literatuur concludeerden we echter dat voor deze vrouwen geen specifieke behandeling bestaat, en dat er aanwijzingen zijn dat oestrogeen-behandeling geen invloed heeft op Achtergrond en aanpak

Vanaf 1959 tot halverwege de jaren ’70, zijn in Australië lange meisjes met DES behandeld om hun groei te remmen. Een deel van deze vrouwen heeft, samen met vrouwen die behandeld zijn met ethinylestradiol voor dezelfde indicatie, een organisatie (Tall Girls Inc.) opgericht om het onderzoek naar de behandeling en haar effecten te bestuderen. Naar aanleiding van berichten uit Australië, besloot het DES Centrum om de Wetenschapswinkel voor Geneesmiddelen in te schakelen om erachter te komen of er in Nederland bij de behandeling van grote gestalte ook gebruik is gemaakt van diethylstilbestrol (DES).

De centrale vraag van het onderzoek is dan ook ‘Is er in Nederland DES gebruikt bij de behandeling van ’tall girls’?’. Om een antwoord op deze het klinisch verloop van het syndroom van Marfan [1].

DES en groeiremming

In Nederland is geen DES gebruikt bij de behandeling van excessieve lengte bij meisjes. Deze conclusie trekken we op basis van de gevoerde gesprekken met de geïnterviewde kinderartsen en op basis van de gevonden literatuur over dit onderwerp [3,10,42,43]. De artsen stellen allen dat het zeer onwaarschijnlijk is dat dit middel voor deze indicatie gebruikt is. Deze uitspraken lijken generaliseerbaar voor heel Nederland aangezien de kinderendocrinologen goed op de hoogte zijn van elkaars behandelmethoden.
Uit de literatuur blijkt dat de afweging tussen ethinylestradiol (EE) en diethylstilbestrol (DES) in Nederland al in de jaren zeventig is gemaakt, en in het voordeel van ethinylestradiol is gevallen [10]. Men vond dat DES geen voordelen bood boven EE en dat er veelvuldig bijwerkingen optraden met het gebruik van DES (pigmentatie van tepels en borsten). Perifere ziekenhuizen, waarin deze behandeling tegenwoordig ook plaatsvindt, maken gebruik van de bestaande behandelschema’s van de academische centra.

Conclusie:        er is in Nederland geen DES gebruikt bij de behandeling van grote gestalte bij meisjes.

Het behandelschema in Nederland

Vanaf 1968 worden lange meisjes in Nederland behandeld met hoge doses oestrogenen (ethinylestradiol). Aanvankelijk maakte men gebruik van Premarin (geconjugeerde oestrogenen) in een dosering van 200 of 300 g in combinatie met Provera (medroxyprogesteronacetaat, 5 of 10 mg per dag) gedurende de eerste 12-14 dagen van de kalendermaand. Later werd er gebruik gemaakt van het middel Lynoral, waarbij de dosering in de loop de jaren werd verlaagd in verband met de bijwerkingen.

Er bestaat geen vastomlijnd protocol, maar de behandelschema’s die bij de groeiremming van meisjes tegenwoordig in Nederland worden gehanteerd wijken niet veel van elkaar af. De behandeling vindt meestal plaats tussen het 12e-14e jaar. Overal wordt gebruik gemaakt van Lynoral (ethinylestradiol), de dosis verschilt echter wel tussen de verschillende behandelcentra. Deze dagelijkse dosis is, afhankelijk van het behandelcentrum, 100 of 200 g.

Naast oestrogenen zouden in de toekomst misschien ook stoffen die op het groeihormoon somatostatine lijken gebruikt kunnen worden in de behandeling van grote gestalte van meisjes. De klinische tolerantie van SMS 201-995 is goed en er is geen enkele patiënt gestopt met de therapie vanwege ernstige bijwerkingen. De respons op de therapie op de therapie was echter wel variabel en daardoor is de groeireductie minder voorspelbaar [7]. Ook octreotride, tevens een somatostatine-analoog, blijkt de voorspelde lengte te reduceren [8].
In tegenstelling tot oestrogenen kan al voor het inzetten van de puberteit begonnen worden met een somatostatine-analogen-therapie. Dit betekent dat je bij kleinere lengte kan beginnen met behandelen. Alhoewel je de puberteitsspurt van zo’n 30 cm niet kan beïnvloeden is de eindlengte dan waarschijnlijk toch lager. Deze middelen zouden dus effectiever kunnen zijn dan oestrogenen. Meer onderzoek naar de toepasbaarheid van somatostatine-analogen in deze therapie als alternatief voor oestrogenen is dan ook gewenst.

Conclusie:

  • er bestaat geen vastomlijnd protocol voor de behandeling voor grote gestalte.
  • er wordt dagelijks behandeld met 100 of 200 g EE oestrogenen + 5-10 mg progestagenen gedurende elke 12-14 dagen van de maand.
  • er  dient  meer onderzoek gedaan te worden naar somatostatine-analogen.

Nawoord van de Stichting Effecten Groeiremming:

Bij de stichting is een melding binnengekomen van iemand die aangeeft dat zij in Nederland DES heeft voorgeschreven gekregen bij de behandeling van haar excessieve lengte.